-
1 breath
n. adem; zuchtje wind; hint; beetje[ breθ]1 adem(haling/tocht) ⇒ lucht, het ademen3 vleugje ⇒ zweempje, spoor♦voorbeelden:in the next breath • direct daarnawith bated breath • met ingehouden ademdraw/take breath • inademen, ademhalenget one's breath (back) (again) • weer op adem komenhave no breath left • buiten adem zijnsave your breath • houd je mond maartake a deep breath • diep ademhalenin one breath • in één ademout of breath • buiten adem2 get a breath of (fresh) air • een luchtje scheppen, een frisse neus halentake one's breath away • perplex doen staanwaste one's breath • woorden verspillenunder one's breath • fluisterend -
2 whiff
n. vleug, flard (v. rook), spoor--------v. Vleug, zweem, flard (v. rook), zuchtje, teug, het inademen, het opsnuivenwhiff1[ wif] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 teug ⇒ het opsnuiven, het inademen————————whiff2〈 werkwoord〉 -
3 waft
n. dragen, voeren, brengen, doen drijven (op de wind)--------v. zweven, waaien; voeren, dragenwaft1[ woft] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————waft21 zweven ⇒ drijven, waaien1 voeren ⇒ dragen, doen zweven
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский